begroting 2019

1.2 Algemeen beeld

1.2 Algemeen beeld

Inleiding

Begroting 2019: uitwerking bestaand beleid cf. besluitvorming Perspectiefnota 2019
Aan de hand van de Perspectiefnota 2019 heeft in de raadsvergadering van 18 juli jl. een breed debat met integrale afweging en besluitvorming plaatsgevonden over de koers voor de komende jaren. Twee zaken bepaalden de opzet van deze Perspectiefnota en de aard van de behandeling:

  1. “Van binnenuit” was dat het nieuwe Coalitieakkoord 2018-2022 “Een zekere en stabiele toekomst voor Amstelveen” met een bestuurlijke visie voor de komende jaren als basis voor de benoeming van ons college na de gemeenteraadsverkiezingen van maart jl.
  2. “Van buitenaf” was dat de impact van het nieuwe Regeerakkoord Rutte III en het daarop voortbordurende Interbestuurlijk Programma (IBP) waarover het Rijk afspraken heeft gemaakt met de koepelorganisaties van gemeenten, provincies en waterschappen.

In dat licht lag het accent in de Perspectiefnota dit jaar logischerwijs op het bieden van een actuele begrotings- en vermogenspositie inclusief risico-analyse vanuit de bestaande beleidskaders. Een belangrijk onderdeel was het duiden en verwerken van de effecten voor Amstelveen van het Regeerakkoord, c.q. het IBP.

De aldus bepaalde bestuurlijke kaders voor het bestaande beleid zijn nu uitgewerkt in de voorliggende Programmabegroting 2019. Het boekwerk Programmabegroting bevat dus de uitwerking van de reeds vastgestelde bestuurlijke kaders. Dit is de basis voor budgetrecht, uitvoering en verantwoording voor alle bestaande taken.

Centraal uitgangspunt is een Amstelveen waar het goed wonen en werken is. Daarbij hebben we oog voor het handhaven van een hoogwaardig voorzieningenniveau, een gezonde financiële positie en een lage lokale lastendruk.

We maken keuzes op basis van de staande uitgangspunten binnen onze financiële huishouding. Zo schuiven we geen lasten door naar volgende generaties. We geven niet meer uit dan er binnen komt. Voordat we nieuw geld uitgeven kijken we kritisch naar bestaande middelen. En tot slot: we verhogen de lokale lasten zo min mogelijk. We werken met een structureel sluitende meerjarenbegroting en een gezonde buffer om risico’s op te vangen. We sparen vooraf voor grootschalige stadsvernieuwing in de toekomst.

Deze begroting “sluit” met een structurele ruimte van afgerond € 2,5 miljoen als vertrekpunt om aan de slag te gaan met de ambities en opgaven voor deze nieuwe bestuursperiode.

Begroting 2019: vertrekpositie voor College Uitvoeringsprogramma (CUP 18-22)
Hierop voortbouwend ligt er tegelijkertijd naast deze begroting het College Uitvoeringsprogramma 2018-2022. Hierin krijgt het Coalitieakkoord handen en voeten door:

  1. het bepalen van inhoudelijke speerpunten om onze nieuwe Politieke Agenda te realiseren.
  2. het toekennen van middelen voor nieuw beleid, incidenteel en structureel.
  3. het zorgdragen voor een sluitende begroting (dekkingsplan).

Programmabegroting en College Uitvoeringsprogramma kunnen in onderlinge samenhang worden behandeld. Daarbij gaat het voor 2019 om een concrete inhoudelijke en financiële uitwerking. Deze concrete uitwerking van het eerste jaar staat in een meerjarig perspectief, waarvan de latere jaren op onderdelen meer richtinggevend kunnen worden ingevuld. Dat schept ruimte voor nadere uitwerking, fasering en ingroei waar dit nodig, c.q. wenselijk is.

Het aldus vast te stellen programma voor 2019 wordt vervolgens via afdelingsplannen 2019 vertaald richting uitvoering door de ambtelijke organisatie AA. Dat betreft een geïntegreerde uitvoering van de bestuurlijke opdrachten van twee gemeentebesturen. Het volgende schema zet dit nog een keer op een rij.

Leeswijzer
Deze begroting is de uitwerking van de Perspectiefnota 2019. Aanvullende nieuwe ontwikkelingen en afwegingen komen aan de orde via het College Uitvoeringsprogramma. Dit hoofdstuk Algemeen Beeld geeft een samenvattend totaalbeeld van de begroting. Na de leeswijzer en een overzicht met de te autoriseren begrotingsbedragen volgt de concrete uitwerking van de begroting in zes bestuurlijke programma’s, een programma “Bedrijfsvoering” en een hoofdstuk “Algemene dekkingsmiddelen”. In het tweede deel van dit boekwerk volgen paragrafen die wettelijk voorgeschreven thema’s behandelen.

Financieel begrotingsbeeld

Hieronder vindt u een samenvatting van het begrotingsbeeld 2019-2022 als uitwerking van de Perspectiefnota 2019. Na het overzicht volgt een toelichting.

bedrag x € 1.000

positief bedrag is tekort; negatief bedrag is tekortverlaging/overschot

2019

2020

2021

2022

a) Vertrekpositie: Begrotingsboek 2018

Structurele begrotingssaldi begrotingsboek 2018 (blz.25)

-2

-4

-2

-2

b) Regeerakkoord / IBP

b1) maartcirculaire / Regeerakkoord / IBP

-4.592

-6.782

-8.807

-12.772

* waarvan nominaal (naar stelpost nominaal)

1.550

3.820

5.917

9.167

* waarvan areaal (naar stelpost areaal)

599

599

599

599

* reservering tbv claims Regeerakkoord, uitvoering IBP

750

1.000

1.000

1.500

* opschalingskorting 2023-2025

p.m.

c) Perspectiefnota 2019

c1) ICT (structurele component i.r.t. krediet IT-hardware)

500

500

500

500

c2) overige autonome ontwikkelingen/begrotingsgrondslagen

686

1.331

1.331

1.331

* inzet stelposten nominaal/areaal

-686

-1.331

-1.331

-1.331

c3) meicirculaire 2018 gemeentefonds

-800

-1.500

-1.400

-900

STRUCTURELE BEGROTINGSPOSITIE 2019-2022

-1.995

-2.367

-2.193

-1.908

d) Eenmalige middelen

d1) winstafdrachten grondexploitaties

-3.801

d2) onderwijshuisvesting

4.050

1.000

d3) eenm. intensiveringen/aut.ontwikk. t/m Persp.nota 2019

2.485

207

30

d4) overige besluitvorming eenmalige middelen

-1.600

-1.650

-700

-700

Totaal saldi eenmalige middelen

# Eenmalige inzet middelen t.l.v. algemene reserve

1.134

# Eenmalig surplus t.g.v. algemene reserve

-443

-670

-700

BEGROTINGSSALDO STRUCTUREEL & INCIDENTEEL

# Per saldo t.l.v. de algemene reserve

# Per saldo t.g.v. de algemene reserve

-861

-2.810

-2.863

-2.608

Structureel begrotingsbeeld
Vertrekpunt voor de voorliggende begroting is het meerjarenperspectief 2019-2021 in de Programmabegroting 2018 zoals behandeld in de begrotingsraad van vorig jaar, op 8 november 2017 (regel a). De essentie van deze vertrekpositie is een structureel sluitende begroting, die het mogelijk maakt een toekomstgericht, duurzaam gezond financieel beleid te voeren. Daartoe bevat deze vertrekpositie, op basis van besluitvorming bij de Kadernota 2018 en de begroting 2018 een structurele dotatie van € 4 miljoen aan de reserve “sparen vooraf”.

Het Regeerakkoord Rutte III betekent een structurele ruimte van circa € 1,5 miljoen (totaal regel b). Dit op basis van de bruto-accressen volgens de maartcirculaire, rekening houdend met correcties voor nominale effecten, areaalmutaties en een reservering voor claims vanuit het Regeerakkoord/IBP ten laste van dit accres.

Aanvullend leverde de meicirculaire, met wat schommelingen in de jaren, een structureel voordeel op van € 0,9 miljoen in 2022 (regel c3), met name door bijstelling van accressen in samenhang met een gunstiger nominale ontwikkeling (lagere inflatie 2019) en afname van de leegstand kantoorpanden. De uitkomsten van de meicirculaire gemeentefonds zijn via een aparte notitie toegevoegd aan de behandeling van de Perspectiefnota.

Verder is rekening met een structureel bedrag van € 0,5 miljoen voor hogere exploitatiekosten ICT voor de continuïteit van de bedrijfsvoering. Dit in direct verband met het in mei gevoteerde krediet ICT-hardware van € 2,8 miljoen (regel c1). Ten slotte is sprake van verschillende mutaties uit hoofde van de actualisering van de begrotingsgrondslagen (autonoom, nominaal, areaal). De effecten hiervan komen ten laste van de stelposten areaal en nominaal (regel c2).

Dit alles leidt, conform de besluitvorming bij de behandeling van de Perspectiefnota 2019 in de raadsvergadering van 18 juli 2018, tot een structureel begrotingssaldo van afgerond € 1,9 miljoen per 2022. Samen met een reeds gereserveerde stelpost Politieke Agenda van € 0,6 miljoen geeft dit een structurele ruimte van € 2,5 miljoen voor de invulling van een het nieuwe College Uitvoeringsprogramma.

De na Prinsjesdag verschenen septembercirculaire is nog niet verwerkt in dit begrotingsboek. Zodra de uitkomsten voor Amstelveen zijn doorgerekend wordt een rapportage hierover aan de begrotingsstukken toegevoegd. Wij hopen u in deze aanvullende rapportage ook te kunnen informeren over de ontwikkeling van de uitkering BUIG (bijstandsgelden). Het hiervoor toegepaste objectieve verdeelmodel is met ingang van 2019 (wederom) stevig aangepast. Uiterlijk 1 oktober maakt het Rijk de voorlopige budgetten 2019 voor de bijstandsgelden bekend.

c2) autonome ontwikkelingen/begrotingsgrondslagen met inzet van stelposten areaal/nominaal
Conform de besluitvorming bij de Perspectiefnota 2019 zijn de volgende structurele autonome ontwikkelingen verwerkt in deze begroting.

bedrag x € 1.000

Omschrijving

structureel

2018

2019

* Afvalcontract hout, puin, bouwafval, ca

125

150

- dekking via kde/tarief

-125

-150

Bijdragen gemeenschappelijke regelingen, c.a.

* Veiligheidsregio

95

125

* Gemeentebelastingen Amstelland

47

* GGD

282

- dekking via gem.fonds (nwe taak, vaccinatie)

-127

* Omgevingsdienst

27

* Groengebied

7

* VNG contributie

50

67

Vervanging bedrijfsmiddelen

# stand en dotatie reserve na centralisatie beheer

95

95

Salarissen, wachtgelden en pensioenen bestuurders

* actualisering bestaande grondslagen

185

185

* collegewisseling (uitbreiding en wachtgelden)

90

150

Overige autonome ontwikkelingen

* Leerlingenvervoer

70

70

* Wachtlijsten VVE

97

* Randwijcklaan 13, afronding krediet ; exploitatie

20

20

* Functionaris Gegevensbescherming

64

90

* Fiscaliteit

113

* Reclame inkomsten buitenreclame

48

* Radicalisering

17

35

totaal autonome ontwikkelingen

686

1.331

Eenmalige middelen
Naast structurele middelen zijn er eenmalige middelen. Dit betreft in de eerste plaats € 3,8 miljoen aan geraamde winstafdrachten uit grondexploitaties in 2019 (regel d1). Anderzijds is in deze meerjarenbegroting sprake van eenmalige uitgaven waartoe reeds eerder, via de Perspectiefnota, eerdere Kadernota’s of andere raadsvoorstellen is besloten. Voor onderwijshuisvesting gaat het om afgerond € 5 miljoen, met name de laatste jaarschijf van de nieuwbouw HWC. Voor overige incidentele beleidsintensiveringen en autonome ontwikkelingen bevat deze begroting een bedrag van € 2,7 miljoen. Hieronder volgt een specificatie van dit bedrag. De resterende eenmalige mutaties (regel d4) zijn uitvloeisel van eerdere besluitvorming over de vervroegde betaling van de bijdrage A9 (rentewinst) en het vanuit de bedrijfsvoering “terugbetalen” van het krediet ICT-hardware cf. raadsbesluit van 16 mei 2018.

Onder bijlagen staat een overzicht opgenomen van structurele en eenmalige middelen per programma. Dit om te voldoen aan de voorschriften van het BBV.

c3) Incidentele beleidsintensiveringen (doorloop uit oude jaren)
De incidentele beleidsintensiveringen in deze begroting betreffen de “doorloop” naar 2019 en verder van reeds eerder genomen besluiten om meerjarig eenmalige middelen toe te kennen voor impulsen in zaken dit goed zijn voor Amstelveen. Daarnaast omvat dit bedrag enkele incidentele autonome ontwikkelingen waarover is besloten bij de Perspectiefnota 2019. Dit betreft dus geen nieuwe besluiten, c.q. posten. Nieuwe voorstellen voor eenmalige en structurele uitgaven nieuw beleid komen aan de orde via het College Uitvoeringsprogramma, om de daarin verwoorde ambities en opgaven aan te pakken.

bedrag x € 1.000

Omschrijving

programma

2019

2020

2021

Amity/Internationaal onderwijs

P2

1.000

Kadern.'18 & fasering

Uitbreiding ondersteuning leerplichtambtenaren

P2

37

Kadern.'18

Duurzaamheid

P3

9

Kadern.'17 & fasering

Smart City Amstelveen

P3

250

Kadern.'18

Areaalgroei beheer openbare ruimte

P4

30

5

aut.ontw. Pn19

Grote projecten

# projectorganisatie

P5

300

300

Kadern.'16-'18

* dekking uit rijksbijdrage A9 planbegeleiding

P5

-300

-300

Kadern.'16-'18

# knooppunt Ouderkerkerlaan

P5

150

Kadern.'16/'17 & fasering

Budgetgelden wonen AM

P5

13

aut.ontw. Pn19

- tlv reserve SRA

P5

-13

Omgevingsvergunningen & Omgevingswet

* fasering inmplementatie uitstel Omgevingswet

P5

229

202

30

aut.ontw. Pn19

* verlenging teamleider uitstel Omgevingswet

P5

85

85

aut.ontw. Pn19

- dekking via bouwleges

P5

-85

-85

Gebiedsontwikkelingen Amstelveen

* voorb.krediet transformatie Legmeer

P5

50

aut.ontw. Pn19

* voorb.krediet transformatie Kronenburg

P5

80

aut.ontw. Pn19

Woonfraude (2)

P6

380

Kadern.'18

Whatsapp buurtpreventie

P6

25

Kadern.'18, motie

Mensen maken Amstelveen (2)

P6

65

Kadern.'18

Publiekzaken (areaal en wett. taakuitbreiding)

P6

180

aut.ontw. Pn19

Totaal incidentele beleidsintensiveringen 2018-2020

2.485

207

30

Reserves en voorzieningen

Algemene reserve en reserve “sparen vooraf”
De achterliggende jaren hebben we een bijstelling van het financieel beleid ingezet, waarmee we anticiperen op het opdrogen van de stroom van grondexploitaties en het gaandeweg ouder worden van de bestaande wijken en voorzieningen. Deze twee ontwikkelingen vragen een koerswijziging op basis van een lange termijnvisie om het hoge Amstelveense voorzieningenniveau duurzaam betaalbaar in stand te houden. De achterliggende jaren is een belangrijke aanzet gegeven met de instelling van een reserve “sparen vooraf” met een bijbehorende structurele dotatie van € 4 miljoen vanaf 2018.

Het Coalitie-akkoord 2010-2022 “Een zekere en stabiele toekomst voor Amstelveen” bevestigt expliciet de voortzetting van dit beleid en geeft hieraan een nadere duiding door de bestemming van de reserve “Sparen vooraf” te concretiseren tot “de verwachte uitgaven voor grootschalige stadsvernieuwing in de toekomst waar de maatschappelijke effecten voor een periode van minimaal zeven jaar voelbaar zijn.

Dit sluit ook bij twee algemene financiële uitgangspunten die het Coalitie akkoord noemt:

  1. geen lasten doorschuiven naar de toekomst.
  2. niet meer geld uitgeven dan er binnenkomt.

Dit is consistent met het feit, dat de huidige begroting/generatie ook niet wordt belast voor de tot dusver gepleegde grote investeringen, c.q. gerealiseerde voorzieningen waar wij nu gebruik van maken.

De reserve “sparen vooraf” vervult samen met de algemene reserve de bufferfunctie voor onvoorziene calamiteiten en uit dien hoofde is de minimale omvang voor beide reserves samen bepaald op € 15 miljoen (besluitvorming Kadernota 2018).

Uitgangspunt van beleid is verder, dat er niet voor verschillende begrotingsonderdelen afzonderlijke buffers (bestemmingsreserves) worden gevormd. Dat vormt ook het uitgangspunt voor de risico-analyse ter onderbouwing van de gewenste minimum-omvang van de gemeentebreed benodigde buffer. Nauw hieraan verbonden is, dat de algemene reserve tevens voldoende handelingsmarge biedt voor frictie- en transitiekosten en eenmalige beleidsintensiveringen c.q. bestuurlijke prioriteiten in brede zin.

Onderstaande overzichten zetten de actuele stand en ontwikkeling van de algemene reserve en de reserve “sparen vooraf” op een rij. De geraamde stand van de algemene reserve komt eind 2022 uit op afgerond € 25 miljoen. Behoudens enkele geringe administratieve correcties komt dit overeen met het overzicht zoals opgenomen in het raadsvoorstel bij de Perspectiefnota 2019 (blz. 11; zoals toegelicht in genoemd raadsvoorstel is dit € 4 miljoen lager dan de stand in het boekwerk Perspectiefnota. Dit betreft de verwerking van het verhogingskrediet nieuwbouw HWC dat beschikbaar is gesteld in dezelfde raadsvergadering d.d. 18jul18). Ook de stand en ontwikkeling van de reserve “sparen vooraf” is niet gewijzigd ten opzichte van de Perspectiefnota 2019.

Algemene reserve

bedrag x € 1.000

2018

2019

2020

2021

2022

Geraamde stand per 1jan

58.085

25.955

26.816

29.626

32.489

(a)

Mutaties bestaand beleid/genomen besluiten

Winstafdrachten grondexploitaties

7.652

3.801

Onderwijshuisvesting

-23.917

-4.050

-1.000

p.m.

p.m.

(e)

Besluitv. eenm beleidsintensiveringen

-7.156

-1.916

Budgetoverhevelingen '17 --> '18

-12.193

(b)

Aanv. besluitvorming jaarrekening 2017

-601

(c)

Overige besl.vorming eenm.middelen

-925

1.600

1.650

700

700

(d)

Perspectiefnota 2019

Eenmalige autonome ontwikkelingen

3.351

-569

-207

-30

(f)

Structureel saldo

1.659

1.995

2.367

2.193

1.908

(g1)

P.M.-posten

Opstelling College Uitvoeringsprogramma

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

(g2)

Locatie-ontwikkelingen, c.a.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Rekeningresultaten

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

Mobiliteit / grote projecten

p.m.

p.m.

p.m.

Organisatie (w.o. Digitalisering/Huisvesting)

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

stand algemene reserve 31dec

25.955

26.816

29.626

32.489

35.097

Correctie regel (2), inzet via CUP 18-22

-1.659

-3.654

-6.021

-8.214

-10.122

(g3)

Gecorrigeerd patroon algemene reserve

24.296

23.162

23.605

24.275

24.975

(a) beginstand 1jan18 cf. jaarrekening 2017 (rbs. 20jun18)
(b) raadsbesluit 17dec17; "doorschuiven naar 2018 van in 2017 nog niet (geheel) bestede eenmalige beleidsintensiveringen
(c) raadsbesluit 20jun18
(d) incl. raadsbesluit 16mei18, krediet hardware ICT tlv bedrijfsvoering (onttrekking in 2018; dotaties 2019 t/m 2022).
(e) incl. aanvullend bedrag voor nieuwbouw HWC van € 4,277 miljoen.
(f) cf. overzicht raadsvoorstel Persp.nota '19 blz. 8 (= cf. par. 2.4.1. Perspectiefnota 2019)
(g1/g2/g3):
# Cf. de Persp.nota '19 eindigt de begroting met een structurele ruimte (g1), die wordt ingezet via het CUP 18-22 (g2).
# De alg.res. in het begrotingsboek bevat wel de structurele ruimte, maar niet de inzet via het CUP. Dit flatteert het beeld.
# Na correctie (g3) hiervan geeft de onderste regel een goed beeld van de meerjarige omvang van de algemene reserve.

Reserve "sparen vooraf"

bedrag x € 1.000

2018

2019

2020

2021

2022

Geraamde stand per 1jan

1.628

5.628

9.628

13.628

17.628

Structurele dotatie

4.000

4.000

4.000

4.000

4.000

Eenmalige dotaties

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

p.m.

stand per 31dec

5.628

9.628

13.628

17.628

21.628

Op het moment van de opstelling van deze begroting speelt een mogelijke verkoop van de aandelen Eneco. Deze begroting gaat voor wat betreft de aandelen Eneco uit van de bestaande situatie van aandeelhouderschap.

Overige reserves en voorzieningen
Voor het overige bevat de begroting tal van specifieke mutaties in reserves en voorzieningen. Deze staan per programma vermeld en onder bijlagen staat een totaaloverzicht "Verloop reserves en voorzieningen". Een totaaloverzicht van de gemeentelijke reservepositie komt ook aan de orde in de paragrafen Weerstandsvermogen en Financiering. Dit geeft verder geen aanleiding tot beschouwingen in dit Algemeen Beeld.

Tarievenbeleid

Algemene uitgangspunten
De algemene uitgangspunten voor het gemeentelijk tarievenbeleid zijn:

  • Een terughoudend beleid ten aanzien van lastenverhoging;
  • Het hanteren van maximaal kostendekkende tarieven;
  • Het toepassen van een jaarlijkse indexering voor loon- en prijsontwikkeling. Bij de Perspectiefnota 2019 is de indexering voor 2019 vastgesteld op 2%.

Ontwikkeling woonlasten: beperkte stijging van 1,4%
Het deel van de lokale lasten dat voor de burger het meest herkenbaar is en jaarlijks terugkeert betreft de zogeheten woonlasten. Dit betreft de onroerende zaakbelasting (OZB), het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. De tariefvoorstellen bij deze begroting leiden samengevat tot het volgende woonlasten plaatje:

OZB

+ 2,00%

Rioolheffing

0,00%

Afvalstoffenheffing meerpersoonshuishouden

+ 2,00%

Afvalstoffenheffing éénpersoonshuishouden

+ 2,00%

Voor een meerpersoonshuishouden in een koopwoning met een gemiddelde woningwaarde stijgen de woonlasten met afgerond 1,4%, c.q. € 10,00. Dit is inclusief de verdere uitvoering van het door uw raad vastgestelde gemeentelijke rioleringsplan (GRP) en na verwerking van loon- en prijsstijgingen.

Geen hogere OZB aanslag door sterke stijging woningprijzen
Voor wat betreft de OZB continueren we de lijn dat we de gemiddelde aanslag voor de burger verhogen met het inflatiebedrag. De sterke stijging van de woningprijzen leidt in totaliteit niet tot een extra verhoging van de OZB-aanslag (“de burger betaalt zijn OZB aanslag niet uit zijn woningwaarde, maar uit zijn inkomen”). Tegelijkertijd leidt de bovengemiddelde stijging van de woningprijzen in Amstelveen wel tot een forse, oplopende korting op het gemeentefonds. Voor de periode 2017-2019 gaat dit inmiddels cumulatief over een structurele korting van € 2 miljoen. Dat komt overeen met 17,5% van de Amstelveense OZB-opbrengst over woningen.

Voor de goede orde, duidelijkheid: De korting gemeentefonds is het directe gevolg van de verschillen in waarde ontwikkeling “in den lande”, c.q. door de sterke stijging van de woningprijzen in Amstelveen, fors boven het landelijk gemiddelde. De korting staat los van het tarief dat de gemeente hanteert. Een hoger tarief maakt de korting niet minder.

Bouwleges / Motie “groene leges”
Voor de bouwleges bereiden wij een afzonderlijk voorstel voor ter behandeling in de decemberraad, zodat ook die voorstellen nog per 1 januari 2019 inwerking kunnen treden. Deze voorstellen omvatten ook het uitvoering geven aan de motie groene leges.